De eerste beursdag na de aanslagen in Parijs houden de meeste indices het hoofd boven water. Hotelketens en luchtvaartmaatschappijen zijn wel uit de gratie bij beleggers, Arne Petimezas van AFS Group praat je bij vanaf de beurs in Amsterdam.
1. De beurs van Parijs heeft zich vanochtend uit het rood weten te knokken en daarmee een openingsverlies van 1,2 procent weggewerkt. Futures op de Franse CAC 40 index wezen aanvankelijk nog op een openingsverlies van bijna 2 procent als gevolg van de terreuraanslagen in Parijs. Koplopers op de Franse beurs waren de grondstoffen gerelateerde fondsen ArcelorMittal, Tecnip en Total. Hotelketen Accor was hekkensluiter met een verlies van ruim 5 procent omdat beleggers vrezen dat het toerisme een knauw zal krijgen vanwege de aanslagen.
2. De andere Europese beurzen laten zich ook niet uit het veld slaan en hadden aan het einde van de ochtend de openingsverliezen weggewerkt. De AEX noteerde vrijwel onveranderd op 454 punten nadat de index eerder in de ochtend oor het eerst sinds 22 oktober onder de psychologische grens van 450 punten was gezakt. Ook in de rest van Europa waren het met name grondstoffen gerelateerde fondsen – en olieaandelen in het bijzonder – die de kar trokken. Alles wat met toerisme en reizen te maken heeft, zoals luchtvaartmaatschappijen, werd juist gedumpt. In de vroeg handel kochten beleggers ook future contracten op veilige staatsleningen zoals die van Duitsland, Frankrijk of de VS. Die door angst ingegeven bewegingen waren aan het einde van de ochtend al weer ongedaan gemaakt.
3. Volkswagen is met de pet in de hand naar de banken gestapt voor noodfinanciering nadat de geplaagde autobouwer uitgifte van obligaties in de kapitaalmarkt heeft stopgezet. Ingewijden hebben aan persbureau Bloomberg verklapt dat Volkswagen nog voor het einde van het jaar 20 miljard euro aan overbruggingskredieten zoekt om de het emissieschandaal te kunnen doorstaan. Volgens het artikel zou Volkswagen het geld niet direct nodig hebben, maar wel de kredietlijnen met de banken willen openen voor het geval dat. Volkswagen moet 11 miljoen dieselauto’s terugroepen vanwege gesjoemel met de uitstoot van kankerverwekkende uitlaatgassen. Bij nog eens 800.000 auto’s blijkt de opgegeven CO2-uitstoot niet te kloppen. Volgens de zakenbank Barclays zal het schandaal Volkswagen 25 miljard euro kosten.
4. Het IMF heeft de Chinese renminbi gepromoveerd tot één reservevaluta van de wereldeconomie. Beijing hoopt met het behalen van de mijlpaal dat het internationale gebruik van de renminbi zal toenemen. Het gebruikt van de renminbi in het internationale betalingsverkeer is namelijk nog beperkt, ondanks dat China de op een na grootste economie ter wereld heeft. Volgens de laatste cijfers van SWIFT, dat verantwoordelijk is voor het mondiale betalingsverkeer, was het aandeel van de renminbi in het internationale betalingsverkeer nog geen 2,5 procent. Daarmee was de renminbi de op vier na meest gebruikte valuta ter wereld. Op de eerste plaats stond de dollar met ruim 43 procent, gevolgd door de euro met 29 procent en het Britse pond met 9 procent.
5. De Japanse economie is in het derde kwartaal in een recessie beland. Beter gezegd: dieper weggezonken in een recessie. In het derde kwartaal kromp de economie met 0,2 procent ten opzichte van het tweede kwartaal, toen de economie eveneens met 0,2 procent kromp op kwartaalbasis.
Sinds de BTW-verhoging van april 2014 heeft het niveau van het BBP het piekniveau van het eerste kwartaal van 2014 niet weten te evenaren. Feitelijk heeft de Japanse economie sinds 2008 geen groei meer laten zien, een situatie die zich ook voor doet in de Eurozone.
Daarentegen is de Amerikaanse economie bijna 10 procent groter dan in 2008. De Japanse regering van Premier Abe overweegt nu een fiscaal stimuleringspakket van 3,5 biljoen yen (26,5 miljard euro). Daarnaast riep minister van Economische Zaken Akari de vakbonden op om hogere lonen te eisen om de consumptie te steunen. Volgens Akari leven de vakbonden nog steeds in het “deflatietijdperk van baanzekerheid.” Akari is nu de grootste Japanse vakbond aan het porren de looneis te verhogen van 2 naar 3 procent.
6.Noodkreet van de ECB. Vitor Constancio, de vice-president van de centrale bank, wil dat lidstaten met een begrotingstekort van minder dan 3 procent van het BBP hun fiscale ruimte benutten om de economie te stimuleren. Met andere woorden: Keynesiaans stimuleringsbeleid om de magere groei van de Eurozone aan te zwengelen. Landen met lage begrotingstekorten en staatsschulden die volgens Constancio de overheidsuitgaven moeten verhogen of de belasting verlagen zijn Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk.
Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl